maandag 10 november 2014

betoog


De Nederlandse ontwikkelingssamenwerking zit is een neerwaartse spiraal.


 
De ontwikkelingshulp, het is een veel besproken en omstreden onderwerp en zeker in tijden van financiële crisis als het land en zijn bevolking minder te besteden heeft. De kritiek op de aanpak van de overheid neemt toe, maar toch blijft de Nederlandse investering in de ontwikkelingssteun toenemen. Is het niet eens tijd voor een verandering.

De begroting van 2015 legt 3,1 miljard apart voor “goeden doelen” dit in vergelijking met 2,8 miljard in 2014 en 2,5 miljard in 2013. Om u een beeld te vormen: van de investering van Nederland van de afgelopen 25 jaar hadden meer dan 1 miljard minderbedeelde een microkrediet kunnen krijgen van €800. Wanneer we het op deze manier beschouwen, had er van ontwikkelingslanden allang geen sprake meer moeten zijn. Alleen de Nederlandse bijdrage was al voldoende geweest om van geheel Afrika een ontwikkeld en welvarend continent te maken. Helaas komt niet al het geld op de plek waarvoor het bestemd was.  Fraude en steekpenningen zijn in ontwikkelingslanden de grootste barrière voor een goede besteding van ontwikkelingsgelden en ontwikkelingshulp. Ontwikkelingsgeld wordt door regeringen aan de wereldbank ter beschikking gesteld om projecten uit te voeren in ontwikkelingslanden. Deze wereldbank is eigendom van, en wordt gerund door, ontwikkelingslanden zelf. Je ziet het probleem al ontstaan. Corrupte regeringen kunnen gemakkelijk geld wegsluizen voor eigen gebruik. De wereldbank krijgt ook nooit toestemming om maatregelen te nemen tegen corrupte regerings leiders, omdat deze regeringen namelijk dezelfden zijn die de bank bezitten.

Volgens CBF, het keurmerk voor goede doelen is het in de hulpverlening reëel om een zogenaamd “overheadpercentage” van 25 % aan te houden. Dat betekent dat 25% van een opgehaald bedrag voor een goed doel, gebruikt kan worden voor Salarissen, hotels, auto’s, dinertjes en dergelijke. Een groot gedeelte van deze 25% zijn onvermijdelijke kosten maar een kwart is een hoop zeker als het om grote bedragen gaat en het is onduidelijk hoeveel van deze gelden er lekt naar niet zo morele doelen, omdat we simpelweg geen inzicht hebben in deze bestedingen. Een voorbeeld hiervan is het schandaal van Eveliene Herfkens, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking die buiten de wetgeving om een kwart miljoen ontving van de overheid terwijl zij in Amerika zat.

Nederland is een democratie, dat betekend dat je individuele keuze vrijheid hebt en dat de meerderheid bepaalt waar het beleid van een land naar toe gaat. Maar als men het ontwikkelingshulp beleid vergelijkt met de publieke opinie over dit onderwerp dan correleert dit niet. De Nederlandse bevolking heeft, volgens verschillende onderzoeken en peilingen, een groeiend negatief beeld over het hulpbeleid dat de regering op dit moment voert.  Bij de verkiezingen in 2006 stond 47% van de kiezer positief ten opzichte van ontwikkelingshulp, bij de verkiezingen van 2012 was hier nog maar 22% van over, dat is minder dan een kwart van de Nederlandse kiezers, geen meerderheid dus. Ook geeft 41% van de kiezers aan negatiever te zijn geworden tegenover ontwikkelingshulp in het afgelopen jaar. Dit staat tegenover een schrille 4% de zegt juist positiever te zijn geworden.

Ook de meningen over de thema’s waarop de ontwikkelingshulp zich zou moeten focussen zijn de meningen verdeelt. Eén op de vier kiezer vindt dat ontwikkelingshulp zich meer moet richten op gezondheidszorg (24%). Eén op de vijf respondenten is van mening dat onderwijs en lokaal ondernemerschap meer gestimuleerd moeten worden (19%). Slechts één op de twintig Nederlandse kiezers hecht meer belang aan handel (5%). Dat is opmerkelijk omdat handel een belangrijk onderwerp is van het hernieuwde beleid op het gebied van ontwikkelingshulp door het kabinet Rutte-II. Blijkbaar sluit het beleid nog niet aan bij de mening van het publiek, dus zou het niet veel eerlijker zijn als iedereen individueel zou mogen beslissen of hij of zij iets kan missen voor het goede doel en waarin men zou willen investeren in plaats van dat de regering dan voor je bepaalt.

Kortom, er is niks mis met ontwikkelingssamenwerking maar de manier waarop deze wordt uitgevoerd heeft flink wat haken en ogen en hier zou iets aangedaan moeten worden.
 
bronnen: (geen tijd meer voor noten, sorry)
http://mijn-kijk-op.infonu.nl/mens-en-samenleving/16315-zwendel-met-ontwikkelingshulp-miljarden-euros-vermist.html
http://mens-en-samenleving.infonu.nl/internationaal/90045-ontwikkelingshulp-problemen-met-fraude-en-corruptie.html
https://www.ing.nl/nieuws/nieuws_en_persberichten/2014/10/steun_voor_ontwikkelingshulp_daalt.aspx?first_visit=true
http://www.vn.nl/Standaard-Media-Pagina/De-zaakHerfkens-Het-eigen-belang-van-een-Nederlandse-armoedebestrijder.htm

1 opmerking:

  1. Hoi Annabel,

    je hebt een goed betoog geschreven en het is heel overzichtelijk door de verschillende alinea's. Je hoofdgedachte is duidelijk en je mening maak je aan het eind van je betoog ook goed duidelijk. De argumenten die je hebt gegeven zijn goed en ze overtuigen me. Bovendien komt je betoog redelijk betrouwbaar over doordat je veel bronnen hebt gebruikt. Je had misschien nog een paar quotes in je betoog kunnen verwerken. Dat maakt je betoog nog net iets betrouwbaarder.

    Je had je inleiding misschien wat langer kunnen maken. Je had bijvoorbeeld je inleiding over twee alinea's kunnen verdelen. In de eerste alinea haak je dan aan op een actualiteit of vertel je een anekdote en in de tweede alinea introduceer je het onderwerp.
    Ook had je misschien iets vaker een signaalwoord kunnen gebruiken aan het begin van een nieuwe alinea, waardoor de verbanden net iets duidelijker worden.
    Je slot vind ik net iets te kort. Je had misschien nog een paar argumenten kunnen herhalen.
    Je bronvermelding is inderdaad niet volledig, zoals je zelf al had aangegeven.

    Ik heb nog een paar spel- en taalfouten gevonden. Ik zal ze even op een rijtje zetten:
    - Volgens mij moet in de titel het woordje 'zit' weg.
    - Aan het eind van de laatste zin van de eerste alinea staat een punt, maar dat moet een vraagteken zijn.
    - In de eerste zin van de tweede alinea staat er 'goeden doelen' in plaats van 'goede doelen'.
    - In de laatste zin van de tweede alinea staat er 'dezelfden' in plaats van 'dezelfde'. Je schrijft 'dezelfde', omdat je er regeringen achter kunt zetten.
    - In de eerste zin van de derde alinea ben je na het woord 'doelen' een komma vergeten.
    - In de tweede zin van de derde alinea heb je 'salarissen' met een hoofdletter geschreven, maar dat moet met een kleine letter.
    - In de derde zin van de derde alinea ben je voor het woordje 'maar' een komma vergeten.
    - In de laatste zin van de derde alinea ben je voor de woorden 'die' en 'terwijl' een komma vergeten.
    - In de eerste zin van de vierde alinea heb je 'betekent' met een 'd' geschreven, maar dat moet met een 't'.
    - In de laatste zin van de vierde alinea staat er 'de', maar volgens mij moet dat 'die' zijn.
    - In de eerste zin van de vijfde alinea staat er twee keer 'de meningen'. Je moet er een weglaten.
    - In de vijfde zin van de vijfde alinea ben je voor het woordje 'omdat' een komma vergeten.
    - In de laatste zin van de vijfde alinea staat er 'dan' in plaats van 'dat'.
    - In de conclusie ben je voor de woorden 'maar' en 'heeft' een komma vergeten.

    Kortom, de inhoud van je betoog is goed, maar je hebt teveel taal- en spelfouten gemaakt.

    Groetjes, Iris

    BeantwoordenVerwijderen